fbpx

Relaties en relatietherapie: Het werk van een gouddelver

Deze week zit ik met een stel dat al jaren samen is. Ze hebben een gezin, maar zijn elkaar flink kwijtgeraakt. Eerst zijn er veel ruzies geweest, nu overheerst de stilte. Een stilte die zwaar in de kamer hangt. Hij durft het niet meer aan, bang voor wat er gaat komen. Zij beschermt zichzelf door hard te worden.

Als ze beginnen te praten, voel ik meteen de spanning, vooral bij hem. Hij doet zijn uiterste best om geen verwijten te maken, maar het is duidelijk dat hij boos is. Op een persoonlijke maar ook wel verwijtende manier vertelt hij hoe hij zich niet gezien voelt. Hoe hij altijd gegeven heeft, hoeveel dat was en wat het hem heeft gekost. Veel van zijn woorden bevatten ook verwijten. Beste moeilijk om voor haar te horen.

Ze reageert, met wat hulp van mij met tranen in haar ogen. “Ik heb te veel van je gevraagd,” zegt ze. “Maar ik zag het toen niet.” Een erkenning die, in mijn ogen, mooi is. Maar voor hem is het ondraaglijk. Hij wordt woedend. “Hoe kun je dat nou niet gezien hebben? Het lag er bovenop!”

Ik zie haar poging om hem te bereiken, en ik begrijp zijn pijn. Wat ze zegt, is waardevol, maar hij kan er nog niets mee. Het is alsof ze allebei door modder graven, zoekend naar iets waardevols, zonder het zelf te zien.

Een gouddelver in de modder

Opeens besef ik: mijn werk als relatietherapeut is net dat van een gouddelver. Ik zoek tussen de rotsen, het stof en de bagger naar waardevolle kruimels en goudklompen. Soms zien stellen het goud niet meer, of gooien ze het per ongeluk weg. Mijn geoefende oog probeert die momenten te zien, te vangen, voordat ze verdwijnen in de modder van verwijten, onbegrip en gemiste kansen.

In dit gesprek zie ik de enorme goudklomp die hij weggeeft: zijn liefde, zijn offers. En ik zie hoe zij, ondanks haar harde buitenkant, erkent dat ze te veel van hem heeft gevraagd. Beide kanten zijn waar. Hij voelt zich beroofd, zij voelt zich schuldig. Maar daar, midden in het gesprek, ligt een glimmende kruimel van wederzijds begrip. Het is mijn taak om het zichtbaar te maken, voordat het verloren gaat.

Relaties als gouddelven

Later deel ik deze metafoor met een collega. Ze luistert en zegt dan wijs: “Is een relatie ook niet zelf een vorm van gouddelven?” En ja, daar heeft ze gelijk in. Een relatie vraagt om constant zoeken, graven en zeven. Het vraagt om het herkennen van waardevolle momenten te midden van de dagelijkse sleur, de pijn en de ruis.

Goud ligt vaak verborgen. Het kan verstopt zitten in een woord, een gebaar, een inzicht. Zoals zijn erkenning van hoeveel hij heeft gegeven, en haar tranen die ze niet kan stoppen als ze beseft hoeveel dat hem heeft gekost. Beide zijn waardevol. Beide verdienen het om gezien te worden.

Relatietherapie is geen zoektocht naar schuldigen of het ‘oplossen’ van problemen. Het is een gezamenlijke inspanning om het goud in de ander en in de relatie te vinden. Soms is dat goud een klein kruimeltje, soms een grote klomp. Maar altijd is het er, ergens.

De waarde van zien

Mijn werk als therapeut, en eigenlijk dat van ieder stel, is om dat goud te vinden en te bewaren. Het vraagt moed om door de modder te graven, vooral als de zakken al vol lijken met stenen en stof. Het vraagt een geoefend oog om het glimmende stukje waarde te onderscheiden van de ruis.

En misschien is dat het geheim van relatietherapie én relaties: niet stoppen met zoeken naar het goud, zelfs als je het even niet kunt zien. Want het is er altijd, ergens. Het vraagt alleen om een geoefende gouddelver—of dat nu de therapeut is, of het stel zelf