In mijn vorige artikel schreef ik over relaties en relatietherapie als goud delven. Het zoeken naar waardevolle kruimels en klompen liefde en verbinding, zelfs als het verborgen ligt onder modder, stof en gruis. Ik eindigde toen met:
“Misschien is dat het geheim van relatietherapie én relaties: niet stoppen met zoeken naar het goud, zelfs als je het even niet kunt zien. Want het is er altijd, ergens. Het vraagt alleen om een geoefende gouddelver—of dat nu de therapeut is, of het stel zelf.”
Later dacht ik: “Hoezeer ik dit ook meen, ikzelf heb dit niet kunnen volhouden.” Mijn eigen scheiding heeft dat veranderd. Ik ben gestopt met delven. En toen stelde iemand me een vraag die me sindsdien heeft beziggehouden:
“Maar wanneer stop je met delven?”
Kan het goud ooit op zijn?
Ik geloof nog steeds dat je in een relatie moet blijven zoeken naar het goud, ook als dat niet makkelijk is. Maar kan het goud op zijn? Kan de rivier leeg gezeefd zijn, de goudader uitgeput?
Ik ben steeds meer tot de conclusie gekomen dat dat inderdaad kan. Dat je op een gegeven moment, met de beste intenties en de beste hulp, niets meer vindt. Dat wat je nog vindt, hoe klein of groot ook, de kosten niet meer dekt. Misschien zie je het goud nog wel, maar de spanning en de stress van het proces maken dat je het niet meer kunt waarderen.
Vroeger geloofde ik dat dat niet kon. Scheiden stond niet in mijn woordenboek. Maar mijn eigen ervaring heeft me geleerd dat het soms voelt alsof je het onderspit delft. Het moment waarop je realiseert: het goud dat er is, kan de inspanning niet meer rechtvaardigen.
De zware last van zoeken
In mijn werk zie ik veel stellen die met “zere ruggen, kapotte handen en knieën” nog steeds op zoek zijn naar goud. Ze graven, zeven en proberen alles wat ze vinden te koesteren. Maar de kruimels die ze vinden, leveren te weinig op.
Het is gemakkelijk om vanaf de zijlijn te zeggen dat je niet moet opgeven. Dat je moet blijven zoeken. Maar soms is doorgaan met delven een recept voor uitputting. Soms moet je voorkomen dat je jezelf het onderspit laat delven.
Ik weet nu dat stoppen niet altijd betekent dat er geen goud meer is. Soms is het proces gewoon te zwaar geworden. En soms, door te stoppen met delven, kun je het goud juist weer beter zien—niet als partners, maar als mede-ouders, collega’s of medemensen.
Het gedolven goud waarderen
Het stoppen met delven mag nooit betekenen dat het gedolven goud niets meer waard is. De liefde die er was, de momenten van verbinding, de herinneringen die gedeeld zijn—dat alles blijft waardevol. Het is de kunst om dat goud niet te nietig te verklaren, maar het te waarderen voor wat het was en is.
Soms betekent stoppen dat je jezelf beschermt tegen de tol van het zoeken. En soms, hoe zwaar het ook voelt, betekent stoppen dat je de ruimte krijgt om het goud dat er was in een ander licht te zien. Misschien niet meer als partners, maar als mede-ouders of reisgenoten in een gedeeld verleden.
De keuze tussen goud en het onderspit
Denken in termen van een goudader die leeg is, lijkt misschien gek. Het gaat immers om mensen, en hun mooie eigenschappen blijven bestaan. Vaak zijn anderen bij een relatiebreuk verbaasd: “Maar er zit zoveel moois in deze persoon!” Dat is waar. Maar misschien kun je op een gegeven moment concluderen dat, hoe hard je ook werkt—alleen of samen—je het goud niet meer naar boven krijgt. Het voelt dan alsof de rivier leeg gezeefd is.
En op dat punt sta je soms voor een moeilijke keuze: goud blijven delven of het onderspit delven. Blijven graven kan je gezin, je eigen glans en je welzijn zoveel kosten dat de spanning je breekt. Soms lijden je kinderen onder de stress.
Het vraagt moed om te stoppen, niet uit falen, maar uit zorg voor jezelf en de mensen om je heen. Stoppen met delven betekent niet dat het gedolven goud niets meer waard is. Het is de keuze om het goud dat er was te koesteren, zonder jezelf verder op te branden in de zoektocht. Het is de kunst om waarde te blijven zien, zelfs als de zoektocht ten einde komt. Als je met deze keus worstelt, dan verwijs ik je graag naar onze podcast hierover.